Gelijkwaardigheid stopt pestgedrag

Pesten is een serieus probleem in de maatschappij. Er zijn zelfs kinderen die zichzelf het leven ontnemen, omdat de pijn van binnen niet stopt. Elke dag krijgen ze te maken met het gevoel dat hun aanwezigheid op deze wereld niet van belang is. Het is voor deze kinderen ondragelijk zich een buitenbeentje te voelen, het diepe gevoel te hebben niet goed genoeg te zijn, keer op keer een afwijzing krijgen door de omgeving.

Dit pestgedrag zal stoppen als er iets in het gevoel van degene die wordt gepest, verandert.

Ook hier is het zó belangrijk dat we deze kinderen omarmen en hen te laten herinneren dat ze er wél toe doen, net als ieder ander. Vanuit deze verbinding krijgen de kinderen begeleiding en ondersteuning om hun (eigen)waarde te laten voelen.

Weet en voel dat je waardevol bent

Het pesten zal hen niet meer zo raken.
Als je weet en voelt dat je waardevol bent en vooral geaccepteerd en geliefd wordt door jezelf, zal pestgedrag of veroordeling niet binnenkomen, waardoor je je krachtiger voelt en het fundament niet wankelt.
Je eigen zelfacceptatie en liefde is een natuurlijke bescherming.

Hierdoor komt er ruimte om de wereld op een ander manier te leren zien. Acceptatie dat het leven mooie en minder mooie kanten kent, mét het gevoel dat je kunt blijven staan.

De levenslust en vreugde van het kind zal (weer) toenemen.

Dit werkt zowel voor het slachtoffer als voor de pestkop. Ik geloof erin dat een pestkop pest omdat diegene ook weinig eigenwaarde voelt en het vanuit een almacht uit.
AIs je eigenwaarde wel voelbaar aanwezig is, zonder jezelf onveilig te voelen, kun je ook een ander in zijn of haar waarde laten en die persoon respecteren.
Het zal niet in je opkomen om een ander pijn te doen; er is toch plaats en ruimte genoeg voor iedereen. En iedereen is oké zoals hij of zij is.

Elkaar leren zien en horen

Thema’s als (zelf-)acceptatie, liefde en bevrijding van oordelen komen ruim aan bod, zodat er een veilige ruimte ontstaat om te onderzoeken, te ontdekken, te leren, te groeien en te delen.
Het denken zal worden omgezet van normeren naar waarderen, elkaar leren zien en horen vanuit neutraliteit in plaats vanuit oordelen.
Er wordt gekeken naar de vraagstukken:

– Wie ben ik?
– Wie ben jij?
– Hoe kunnen we met elkaar omgaan zonder onszelf kwijt te raken?

 

Toewerken naar gelijkwaardigheid

Hoeveel ruzies komen niet voort uit het beter (willen) weten dan de ander?
Zelfs de godsdiensten zijn in strijd met elkaar.
“Mijn waarheid is beter dan die van jou!”
Dat klopt dus niet. Er is geen beter maar anders.

Iedereen mag zijn eigen geloof, waarheid en mening hebben, waardoor er harmonie komt als mensen zich niet langer minder voelen.
Dit leren accepteren sluit competitie en veroordeling uit. Door de vele verschillen in culturen ontstaan veel moeilijke situaties.
Echter voorbij huidskleuren!

In het hart zijn we hetzelfde en kunnen we elkaar vinden. Als we dat leren voelen, kunnen we nieuwsgierig zijn naar elkaars verschillen en verbinden waar we samen één zijn. Op dat niveau kunnen we samen naar oplossingen kijken.
Het traject leert een kind zichzelf te kennen en tegelijkertijd ook de ander. Niet meer alleen gericht op jezelf en niet meer alleen gericht op de ander. Het gaat nu om ik EN de ander.

 

Iedereen is anders

Iedereen is anders en heeft een eigen mening en waarheid en dat mag. Als je dat van jongs af aan leert, is er geen dreiging of competitie, waardoor we in harmonie en verbinding naast elkaar kunnen leven.